Open brief aan Tweede Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat

Gezamenlijke open brief van 31 milieu- en bosbeschermingsorganisaties uit Nederland en uit vijf landen waar vandaan houtpellets naar de Nederlandse elektriciteitscentrales worden geëxporteerd

Klik hier om de brief met referenties en lijst van ondertekenaars te downloaden.

Open brief aan leden van de Tweede Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat en aan minister voor Klimaat en Energie, de heer Jetten

20 Juni 2022 – Geachte leden van de Commissie EZK en minister Jetten,

We benaderen u namens organisaties voor natuurbehoud en milieurechtvaardigheid in de VS, Estland, Letland, Canada en Portugal. Dit zijn landen die grote en/of groeiende hoeveelheden houtpellets leveren die worden verbrand in Nederlandse kolen- en biomassacentrales.

Wij verwelkomen het recente besluit van de Nederlandse regering om te stoppen met nieuwe subsidies voor de opwekking van lage temperatuurwarmte. Nieuwe subsidies voor energieopwekking door bijstook van biomassa in kolencentrales zijn reeds gestopt. Dit zal leiden tot een geleidelijke afbouw van subsidies voor deze vorm van energieopwekking door biomassa. Wij zijn echter van mening dat die beslissingen niet ver genoeg gaan en onvoldoende zijn om de urgentie van de klimaat- en biodiversiteitscrisis aan te pakken.

Wij zijn van mening dat de volgende aanvullende besluiten dringend nodig zijn:

1. Geen nieuwe subsidies biomassaverbranding voor hoge temperatuur warmte Er mogen geen nieuwe subsidies komen voor de verbranding van biomassa, voor primair en secundair hout, voor elektriciteit en warmte, ook niet voor hogetemperatuurwarmte die wordt gebruikt in industriële installaties.

2. Intrekking afgegeven subsidies voor nog niet gebouwde biomassacentrales Reeds afgegeven subsidies voor nog niet gebouwde biomassacentrales dienen met onmiddellijke ingang te worden ingetrokken. Zo mag Vattenfall geen subsidies krijgen voor een voorgenomen houtgestookte warmtecentrale in Diemen waarvan de bouw nog niet is begonnen. Indien nodig kan de overheid kijken naar het compenseren van reeds gemaakte voorbereidingskosten.

3. Stopzetten lopende biomassasubsidies kolen- en biomassacentrales We juichen het toe dat subsidies voor warmte en elektriciteit uit houtige biomassa niet worden verlengd ná de exploitatieperiode waarvoor ze zijn toegekend (inclusief bijstook in kolencentrales). Echter, het pas beëindigen van subsidies voor de verbranding van houtpellets in kolencentrales in 2027, en subsidies voor het verbranden van hout in vele biomassacentrales zelfs ná 2027, is echter veel te laat voor de bescherming van bossen, klimaat en gemeenschappen. Deze lopende subsidies moeten worden stopgezet. De overheid kan betreffende bedrijven compenseren voor gemaakte kosten, gebruik makend van subsidies die niet meer behoeven te worden uitgekeerd.

Sinds 2018 is de import van houtpellets door Nederland sneller gegroeid dan die van enig ander land ter wereld. In 2021 kwam het merendeel van die houtpellets uit het zuidoosten van de VS, de Baltische staten, Canada en Ruslan. De Russische houtpellets zijn nu vervangen (door houtpellets uit andere regio’s of andere brandstoffen).

Grootschalige opwekking van energie uit boshout is onverenigbaar met de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen snel te verminderen als we een kans willen hebben om binnen de 1,5 of ruim binnen de 2 graden opwarming te blijven, hetgeen het doel is van het Akkoord van Parijs. 500 wetenschappers hebben dit samengevat in een ondertekende brief:

Het resultaat van deze extra houtoogst (voor bio-energie) is een grote initiële toename van de koolstofemissies, waardoor een ‘koolstofschuld’ ontstaat die in de loop van de tijd toeneemt naarmate er meer bomen worden gekapt voor doorgaand gebruik van bio-energie. Hergroei van bomen en verplaatsing van fossiele brandstoffen kunnen deze koolstofschuld uiteindelijk afbetalen, maar hergroei kost tijd. Die tijd om de klimaatverandering op te lossen heeft de wereld niet. Zoals talrijke studies hebben aangetoond, zal deze verbranding van hout de opwarming gedurende tientallen jaren tot eeuwen doen toenemen. Dat geldt ook als het hout steenkool, olie of aardgas vervangt.”

Nederlandse biomassasubsidies hebben ernstige gevolgen voor bossen in de landen die houtpellets leveren. Ook voor gemeenschappen die naast fabrieken wonen waar het hout tot pellets wordt verwerkt.

Verenigde Staten

Alleen al in 2021 hebben Nederlandse kolencentrales meer dan 1,2 miljoen ton houtpellets uit het zuidoosten van de VS bijgestookt. Om deze hoeveelheid pellets te produceren, is 11.662 hectare bos gekapt, waarvan een groot deel in hardhoutbossen aan de kust met een grote biodiversiteit. Het is een gebied dat meer dan half zo groot is als Amsterdam, voor slechts een jaar aan import van houtpellets uit de VS. Nog eens zes jaar van deze import van houtpellets uit de VS op dezelfde schaal (tot de huidige einddatum van de Nederlandse subsidies voor bijstook in 2027) zal dus neerkomen op een toekomstig gebied dat drie keer zo groot is als Amsterdam.

Een rapport uit 2022 van het Southern Environmental Law Center presenteert een analyse van satellietbeeldvorming van veranderingen in bosbedekking rond drie Enviva-pelletfabrieken in North Carolina en Virginia. Enviva is een primaire leverancier van de Nederlandse vraag. Het laat zien dat de verwijderingen uit hardhoutbossen toenam nadat de pelletfabrieken van Enviva in bedrijf gingen, dat de boskap rond de pelletfabrieken de bosgroei oversteeg, wat leidde tot een nettoverlies van bosbedekking, en dat de fabrieken bijna de helft van al het hout uit hardhoutbossen bij de inkoop gebruikten.

De auteurs concludeerden dat de drie houtpelletfabrieken daarom waarschijnlijk bijdragen aan de algehele afname van de bosbedekking en dus de koolstofvoorraden in hardhoutbossen in het gebied. Van belang is te weten dat hardhoutbossen in de regio’s biodiverse ecosystemen zijn. Op boomplantages in het zuidoosten van de VS wordt alleen naaldhout verbouwd.

Houtpelletfabrieken in het zuiden van de VS die energiecentrales in Nederland van brandstof voorzien, bevinden zich voornamelijk in gemeenschappen voor milieurechtvaardigheid, d.w.z. gemeenschappen met bovengemiddelde armoede, en waar ten minste een kwart van de bevolking niet-blanke is.

Gemeenschappen gelocaliseerd naast pelletfabrieken worden negatief beïnvloed door luchtvervuiling, houtstof, constant geluid, verlies van hun bossen en verlies van rust. Zoals blijkt uit een onderzoek van het Environmental Integrity Project, is meer dan de helft van alle pelletfabrieken in de regio er niet in geslaagd de luchtemissies onder de wettelijke normen te houden, of hebben ze de vereiste luchtzuivering niet geïnstalleerd.

Letland

Nu de export van brandhout in Letland, inclusief houtpellets, een recordniveau bereikt (4.9 miljoen ton in 2021), heeft het kapvolume hoogste niveau in de 21e eeuw bereikt. In meer dan 80% van de gevallen gebeurt de houtkap door middel van kaalslag. De oogstniveaus liggen duidelijk hoger dan wat als duurzaam kan worden beschouwd, aangezien oerbossen, boshabitats die van Europees belang zijn, en broedplaatsen van zeldzame en bedreigde soorten worden gekapt. De toename van het houtkapvolume is ook geïdentificeerd als de belangrijkste drijfveer voor de dramatische vermindering van de snelheid van koolstofvastlegging in de bossen van Letland. Hoewel er meerdere drijfveren zijn voor de toename van het kapvolume, is de stijging van de vraag naar biomassa voor energieproductie ongetwijfeld een belangrijke.

Estland

Bossen in Estland hebben te lijden onder verschillende negatieve trends die direct verband houden met een onhoudbaar niveau van houtoogst en andere aspecten van intensivering van bosbeheer: het aantal bosvogels neemt af, de staat van instandhouding van bedreigde bossoorten verslechtert, en veel boshabitats beschreven in de Habitatrichtlijn verkeren in ongunstige of slechte staat, en de koolstofopslag van bossen is een bron van emissies geworden. De export van biomassa is een van de financiële drijfveren die intensieve houtkap mogelijk maken. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het nemen van beslissingen over de milieueffecten van bio-energie.

Veel landen of bedrijven vertrouwen op certificering als een manier om de impact op het milieu te beperken. In het geval van Estland is bewezen dat de systematische vernietiging van bossen met een hoge instandhoudingswaarde gemakkelijk alle veelgebruikte certificeringsregelingen zoals SBP, FSC en PEFC heeft omzeild. Hetzelfde geldt voor bodemschade aan de oevers van waterlichamen en kap in veenbossen. Geen van de certificaten houdt in enige zinvolle vorm rekening met alternatieve kosten voor klimaat en habitats en biedt geen enkele hulp bij het keren van de hierboven genoemde trends.

Canada

We begrijpen dat alle of de meeste Canadese houtpellets die in Nederland worden verbrand, afkomstig zijn van Pinnacle Pellets, nu eigendom van Drax Plc. Onderzoeken door Stand.earth in 2021 toonden aan dat de houtwinningsgebieden van de meeste van de zeven houtpelletfabrieken van Pinnacle’s in British Columbia overlappen met oerbossen. Dat zijn leefgebieden van bedreigde soorten, waaronder de kariboe. Onderzoeken door Stand.earth en Conservation North (2020) hebben onthuld dat Pinnacle bomen uit die bossen gebruikt om pellets te maken.

In Brits-Columbia is al het overgrote deel van zijn oerbossen en oerbossen gekapt, en zeer weinig van de resterende oerbossen en kwetsbare boshabitats zijn wettelijk beschermd. De groeiende houtpelletindustrie voor export, ook naar het Verenigd Koninkrijk, vormt een ernstige bedreiging voor die bossen.

Drax, eigenaar van Pinnacle’s, heeft nu toegegeven dat het inderdaad hout betrekt uit oerbossen in zowel Brits-Columbia als Alberta, en stelt:

Onze aangekochte houtpelletfabrieken in British Columbia (BC) en Alberta (Canada) zijn actief in regio’s met oerbossen. Onze aanpak blijft zich ontwikkelen al naar gelang de provinciale regering van BC aan een meerjarige alomvattende evaluatie van oerbossen begint, inclusief tijdelijke bescherming voor sommige van deze bossen, totdat de evaluatie is voltooid. We ondersteunen het evaluatieproces dat momenteel aan de gang is en we zullen de ontwikkeling van nieuw beleid met betrekking tot het beheer van oerbossen op de voet volgen en ervoor zorgen dat ons inkoopbeleid en onze procedures op elkaar zijn afgestemd“.

Kortom, het bedrijf zegt dat het hout uit oerbossen zal blijven omzetten in houtpellets zolang de provinciale overheden dit toestaan.

Portugal: Verdwijnende dennenopstanden gekoppeld aan productie van houtpellets

Nederland is de op drie na grootste exportmarkt voor houtpellets van Portugal, met een verbruik van 40.000 ton Portugese pellets in 2021. De Noord-Europese elektriciteitssector, voornamelijk omgebouwde kolencentrales, verbruikt bijna de helft van de jaarlijkse productie van Portugal. Dennen is de belangrijkste gebruikte soort, en dennenbossen gaan in een alarmerend tempo achteruit: de meest recente overheidscijfers melden een landelijke daling van 27% tussen 1995 en 2015.

Portugal verbruikte in 2021 57% meer dennen dan de geschatte productiecapaciteit van dennenbossen. De productie van houtpellets was goed voor bijna een kwart van het totale verbruik van dennen, hoewel de verkoop van pellets internationaal slechts 3% van de exportwaarde van dennenproducten vertegenwoordigde. Ander dennen-afhankelijke industrieën zoals zagerijen komen onder extreme druk te staan als gevolg van prijsstijgingen en een gebrek aan grondstoffen. Bronnen uit de industrie wijzen op het verlies van honderden zagerijen in de afgelopen jaren. De concurrentie om hout met de pelletindustrie is daar in ieder geval gedeeltelijk debet aan, waarbij dit laagwaardige product een onevenredig grote impact heeft.

Bovendien zijn de grootschalige pelletfabrieken in Portugal sterk afhankelijk van rondhout dat rechtstreeks uit dennenbossen wordt verwijderd. Opslagterreinen zijn vaak gevuld met delen van boomstammen, ondanks de beweringen van de industrie dat alleen residuen en houtafval worden gebruikt. Houtpellets van industriële kwaliteit die in Portugal worden geproduceerd, zullen daarom waarschijnlijk aanzienlijke klimaateffecten hebben.

Conclusie

Gezien de ernstige gevolgen voor het klimaat, de bossen en de gemeenschappen die in de buurt van pelletfabrieken wonen, dringen we er bij u op aan om een veel snellere en uitgebreidere afschaffing van subsidies voor energie uit houtbiomassa te realiseren. Wij verzoeken u de drie beleidsbesluiten, zoals genoemd aan het begin van deze brief, aan te nemen.

Wij vragen u om op korte termijn (24, 27 of 28 juni 2022) over deze brief in overleg te treden met enkele van onze vertegenwoordigers.

Graag ontvangen wij uw reactie.